Boekrecensie: De witte weg van Edmund de Waal
In De witte weg Verslag van een obsessie vertelt Edmund de Waal de geschiedenis van het materiaal dat hem als keramist al zijn hele leven fascineert. Aan de hand van reizen langs de plekken waar porselein werd uitgevonden, vervaardigd, verfijnd, verzameld en begeerd, probeert hij de aantrekkingskracht te doorgronden van wat ooit bekendstond als ‘het witte goud’. Hij bezoekt de drie landen – China, Duitsland en Engeland – die bepalend zijn geweest bij de ontdekking, de verspreiding en de populariteit van de techniek om uit klei keramiek te maken.
Zijn zoektocht voert hem ook verder de wereld over: zo doet hij onder meer de Zijderoute aan, strijkt neer in Delft en vertelt de familiegeschiedenis van de Wedgwoods.
En hij slaat de zwarte bladzijden in de geschiedenis van de twintigste eeuw niet over: Himmler leidde zijn bezoekers rond in zijn eigen porseleinfabriek in Dachau, bevolkt door zorgvuldig geselecteerde kampgevangenen.
De Waal leert dat de geschiedenis van porselein meer is dan een verhaal van serviezen en beeldjes, van elegante gebruiksvoorwerpen en gewilde verzamelaarsobjecten. De witte weg is de kroniek van een persoonlijke én alomtegenwoordige bewondering voor een procedé waarin alchemie, kunst, rijkdom, handwerk en schoonheid samenkomen.
Edmund de Waal (1964) is keramist en schrijver en onderscheiden met veel belangrijke Awards. voor zijn boek The Hare with Amber Eyes. Dit is een internationale bestseller geworden en werd in meer dan dertig landen uitgebracht. Dit voorjaar zal dit boek in een geheel nieuwe vertaling verschijnen.
Het boek The White Road. An Unbroken History wordt vertaald door Jan Pieter van der Sterre en Reintje Ghoos. Het verschijnt op 16 oktober bij De Bezige Bij.