Brits onderzoek waarschuwt voor deep fake
Online desinformatie zal alleen maar geavanceerder worden, waarschuwt Damian Collins, voorzitter van een Britse commissie die onderzoek doet naar desinformatie en nepnieuws. Daarom moet er regelgeving komen om nepnieuws tegen te gaan. Social media platforms moet worden verplicht zich ten houden aan nieuwe ethische codes om de verspreiding van nepnieuws en misbruik van gebruikersdata tegen te gaan.
Dat zijn de belangrijkste conclusies uit een maandag verschenen Brits parlementair rapport over desinformatie en nepnieuws. De commissie heeft achttien maanden onderzoek gedaan.
Vooral Facebook krijgt het zwaar te verduren in het rapport. Er wordt extra aandacht gevestigd op het gebrek aan medewerking van Facebook en de verdenking dat Facebook de commissie heeft voorgelogen.
Volgens Damian Collins heeft Facebook de democratie in gevaar gebracht doordat kiezers misleid eenvoudig kunnen worden met nepnieuws en desinformatie. Volgens het rapport verzuimen social media platforms actie te ondernemen tegen schadelijke inhoud. “Waar we zien dat leugens worden verspreid, met name in verkiezingsperiodes, zouden we tegen techbedrijven moeten kunnen zeggen: we willen dat je optreedt tegen deze content. Het is geen mening, het is een leugen. Het wordt kwaadwillig verspreid en je moet je inspannen het te stoppen.”
De huidige Britse wetgeving kan hier niet goed op inspelen en moet volgens Damian Collins dan ook worden aangepast.
Hij waarschuwde ook dat desinformatie en nepnieuws steeds geavanceerder worden en dat via social media zogeheten films verspreid zullen worden waarbij het lijkt of politici opruiende speeches hebben gegeven, terwijl ze dat nooit hebben gedaan. Zulke deep fakes zijn voor audio en videobeelden die door middel van kunstmatige intelligentie zijn gecreëerd. Met deze technologie is het mogelijk mensen uitspraken in de mond te leggen.
Hij voegde eraan toe: “We zouden een goede ethische code moeten hebben, vastgelegd in een statuut met een onafhankelijke toezichthouder om te controleren of de technische bedrijven eraan voldoen of niet.”