Vintage Uit de Kast laten komen

  Het is 2018 en de herfst probeert zich al een plek te verwerven door stormachtig losse takken van grote bomen uit andere tuinen in mijn groene domein te smijten. Alsof dat gestraft moet worden voor een tweede bloei van witte en roze rozenstruiken. Ze ruiken heerlijk "die dotten van bloemen" en ik maak er snel een selfie voordat de meneer van de gevelkachels iets vernieuwends voor de meterkast en met die gevelkachel in mijn tuinhuis zal uitspoken. Er worden daardoor veel tamelijk overbodig bewaarde dozen en mappen doorgekeken en opgeruimd. Daar kom ik dan plotseling in mijn vintage-zône en ik vind van alles uit ... 1958.

Die na-oorlogse tijd waarin ik met andere jongeren de tijdgeest deelde. Misschien mag ik met u teruggaan naar kleine en grote emoties die ons toen bezig hielden. Het is mij meermalen gevraagd hier iets over te vertellen maar we leven nu in zo"n boeiende tijd dat ik daar totaal niet aan toe kwam.

Maar opeens keert het allemaal terug. Dat waren die jaren van de Koude Oorlog, de eerste Spoetnik die de ruimte bestormde, tv-documentaires over Ordelijk Huishouden en hoe je in je keurige huis Moederdag moest vieren had je de tegenbeweging van het anti-autoritaire Provo en het witte fietsenplan. Pro- en contra dit-en-dat waren we.

Ik begon toen artikelen te schrijven en ondervond veel tegenwerking omdat ik niet in het schema paste. Het was een moeilijke maar eveneens een heel inspirerende tijd. We zaten uren op zonnige terrassen in wereldverbeterende gesprekken elkaar te overtuigen over hoe allemaal veel beter moest en absoluut ook zou worden. Het was tevens een tijd waarin de pijnlijke wonden van de Tweede Wereldoorlog nog moesten helen.

En ik vind tijdens mijn herfstachtige opruiming een gedicht van de dichter M. Mok wat mij altijd veel deed.
Het gaat over het grote verlies van Amsterdam. Als ik het weer lees ben ik weer terug in 1958...

DE JODENBUURT

DE JODENBUURT van Amsterdam
waarboven hoog de Zuidertoren
zijn klare weg ten hemel nam
en stond als in een droom verloren
die nimmermeer ten einde kwam;

de warme ruige Jodenbuurt
wier daken naar de grijze toren
aandachtig hebben opgegluurd
of zij de stilte wilden horen
die alle aardse doen bestuurt;

zij is vereenzaamd als een bruid
die men de liefste heeft ontnomen
zij zwijgt en zwijgt; haar stemgeluid
dat als een waterval kon stromen
liep plotseling in stilte uit.

... TERUG NAAR 1958 ... DE BEELDEN BLIJVEN DUIDELIJK BEWAARD AL ZIJN WIJ VERDER GEGAAN ...