Bouwbedrijf BAM versnelt bouw door gebruik waterstofmotor
DEN HAAG - 19 september 2022 - Het is het Bouwbedrijf BAM gelukt het tempo van de bouw te versnellen door nieuwe technologie al moet daar nog heel veel aan worden gedaan. Aanleiding? De eerste asfaltspreidmachine werkend op waterstof kruist daar nu de degens met het eerste elektrische exemplaar.
Waarom is dit toch wel heel interessant ook voor mensen die al ergens wonen? Het gaat er om dat wij allemaal op langere termijn er over kunnen denken en er aan kunnen werken dat mensen die gek worden van het samenwonen met anderen ook eens eigen woonkansen krijgen. Iedereen wordt ook gek van het constant gejammer van slachtoffers in praatprogramma's terwijl niemand met oplossingen lijkt te kunnen komen. Maar naast al die mensen die geen kansen krijgen of lijken te willen gebruiken zijn er ook van die perfecte tijgers die dwars door alles heen stap voor stap een nieuw soort oplossing proberen te bedenken. Het is nieuw en anders maar je moet verder durven kijken...
Het is bouwbedrijf BAM dus gelukt om een diesel aangedreven asfaltspreidmachine om te bouwen naar een machine met een waterstofverbrandingsmotor. Dit is voor het eerst dat een dergelijke transitie in de praktijk is toegepast. In 2030 moet de bouwplaats zero-emissie zijn. (Nul-uitstoot). Op dit moment voldoet ruim 10 procent van de bouwprojecten aan die norm. Met nog zeven jaar te gaan moet deze transitie dus nog op stoom komen. Je kunt er wel of niet in geloven dat het echt nodig is maar het gaat om afspraken van de overheid die ons klimaat zullen verbeteren
De uitstoot van CO2 moet in 2050 met 95 procent zijn gereduceerd ten opzichte van 1990. De overheid heeft met bedrijven en maatschappelijke organisaties hiervoor in 2019 het Klimaatakkoord gesloten. Hierin staan concrete afspraken voor alle sectoren in de samenleving.
Het Klimaatakkoord heeft ook gevolgen voor het werken op en inrichten van de bouwplaats. De bouw moet een reductie van 75 procent vervuilde lucht ‘’vieze behaald hebben in 2030. Verduurzaming van vervoersbewegingen in de bouwsector is daarom noodzakelijk om uitstoot van CO2, fijnstof en stikstof te reduceren.
Bij bepaalde projecten is zero emissie nu al een vereiste (als overheid opdrachtgever is). Naar schatting is nu ruim 10 procent van de huidige projecten ‘zero emissie’. Het tempo van verduurzaming, elektrificatie van bouwmachines of toepassing van waterstoftechnologie is nog laag. Anders dan bij auto’s staat deze technologie nog in de kinderschoenen.
Maar verduurzaming vraagt ook om investeringen. De investeringen om te verduurzamen kunnen fors zijn. De prijs van een zero-emissiemachine, waterstof dan wel elektrisch aangedreven, ligt nu nog fors hoger ten opzichte van een fossiel aangedreven machine. Soms tot wel drie keer zoveel. Dat klinkt misschien niet aantrekkelijk, toch is het belangrijk om nu te investeren in verduurzaming van materieel.
Enerzijds om een, straks mogelijk verplichte, bijdrage te leveren aan het behalen van de duurzaamheidsdoelen. Anderzijds om überhaupt op sommige projecten te kunnen inschrijven. Dit zullen er trouwens steeds meer worden, want opdrachtgevers verduurzamen ook. En bij de huidige hoge energieprijzen is de terugverdientijd ook nog eens lager.
Voor duurzaamheidsinvesteringen kunnen overigens subsidies worden aangevraagd en banken zijn uit hoofde van hun duurzaamheidsambities en doelstellingen gemotiveerd om hierbij te helpen.
AUTEUR: JAN VAN DER DOELEN - Sector Banker Building & Construction, ING