Het Buitenland: Nederlanders vrezen meer antisemitisme
WORTHY NEWS/DE COUTUREKRANT - 30 april 2024 - DEN HAAG/AMSTELVEEN – Nederlandse parlementariërs willen dat 25 april een jaarlijkse nationale dag tegen antisemitisme wordt, na een stijgend aantal gewelddadige incidenten tegen burgers van Joodse afkomst. Na een emotioneel beladen debat in de Tweede Kamer werd een voorstel aangenomen om die dag jaarlijks een parlementair debat te houden over jodenhaat. Het initiatief komt terwijl Nederland zich voorbereidt op de jaarlijkse ‘Dodenherdenking’ op 4 mei, waarbij Nederland de joden en anderen herdenkt die zijn omgekomen in de Tweede Wereldoorlog en naoorlogse gewapende conflicten of vredesmissies.
Parlementariërs vrezen dat pro-Palestijnse groepen de live op televisie uitgezonden twee minuten stilte voor de slachtoffers zullen onderbreken, waaronder de ongeveer 102.000 Joden die uit Nederland zijn gedeporteerd en vermoord in de nazi-vernietigingskampen. Caroline van der Plas, leider van de Farmer-Citizen Movement-partij (BBB), gaf het antisemitisme in ieder geval gedeeltelijk de schuld van de massale moslimmigratie naar Nederland, dat lang werd gezien als Europa’s meest tolerante liberale land.
Ze citeerde onderzoek waaruit blijkt dat de meeste mensen in islamitische landen de massamoord op 1.200 mensen in Israël door Hamas op 7 oktober niet veroordelen.
Van der Plas herinnerde zich dat de “Duitse regering van nieuwkomers verlangt dat zij de Holocaust erkennen en beloven de Joden te beschermen.” Ze zei dat ze wil dat Nederland een soortgelijke belofte van asielzoekers eist. In een emotionele toespraak vroeg ze zich af hoe iemand die omkwam in de Holocaust, ook wel de Shoah genoemd, nu over Nederland zou denken. Van der Plas merkte op dat Nederland een land is geworden waar supermarkten producten uit Israël uit de schappen halen, waar een rabbijn in een winkel is mishandeld, waar een joodse zanger op het podium werd aangevallen door pro-Palestijnse demonstranten, waar een theater het verschil maakt tussen ‘ goede’ en ‘slechte’ joden, waarbij met ‘goede’ joden degenen worden bedoeld die Palestina steunen.
Daarnaast zijn er berichten dat mensen vloeken en spugen naar Joodse Nederlanders, en naar overlevenden van de Holocaust of hun familieleden, zelfs tijdens de recente opening van het Holocaust Museum in Amsterdam. Anti-Israël demonstranten zijn ook in verband gebracht met het bekladden van synagogen en het roepen van slogans als “Van de rivier tot de zee, Palestina zal vrij zijn!” op treinstations en andere locaties.
De Nederlandse politie zegt vorig jaar 880 meldingen van antisemitisme te hebben ontvangen, ruim 300 meer dan in 2022. Kritische onderzoekers zeiden dat het toenemende antisemitisme “niet los gezien kan worden van het aanhoudende geweld in de Gazastrook en Israël.” Israël maakte duidelijk dat de Hamas-aanvallen op 7 oktober, beschreven als “de ergste wreedheden tegen de Joden sinds de Holocaust”, de aanleiding vormden voor de oorlog in Gaza, waarbij duizenden mensen omkwamen, waaronder veel Hamas-strijders.
Van der Plas en anderen suggereerden dat moslimmigranten veel aanslagen hebben gepleegd, maar er zijn ook antisemitische leuzen te horen in sportstadions.
De christelijke parlementariër Mirjam Bikker van de ChristenUnie herinnerde eraan dat Esther in de Bijbel haar leven riskeerde om haar Joodse volk te redden. Ze liet weten dat de Nederlanders door haar als voorbeeld te nemen het moedig op moeten nemen voor het Joodse volk.
Bikker zei dat onder de ruim 40.000 Joodse mensen in Nederland velen bang zijn. “Aan de eettafel vragen Joodse mensen: ‘Moeten we blijven, of moeten we vertrekken en naar Israël gaan? Dat is een schandaal’, voegde ze eraan toe. Ze heeft een verklaring ondertekend waarin ze drie Nederlanders vraagt ondanks bedreigingen een standpunt in te nemen tegen antisemitisme. De afgelopen dagen werd het hoofdkwartier van haar partij vernield door anti-Israëlische demonstranten met slogans waarin de ChristenUnie werd beschuldigd van het steunen en financieren van ‘genocide’.
Bikker en anderen riepen de Nederlanders op zich niet te laten intimideren door antisemitisme. “De geschiedenis heeft ons geleerd dat we onze joodse medeburgers moeten steunen”, aldus Van der Plas. Maar er bestaat de vrees dat haar woorden weinig zullen doen om de houding te veranderen, ook in de Amsterdamse buitenwijk Amstelveen, waar een herdenking werd gehouden bij het Nationaal Dachau Monument, vernoemd naar het nazi-kamp. Daar werd Dachau beschreven als een ‘modelkamp’ dat in de jaren dertig door de Duitse nazi-leider Adolf Hitler werd opgericht om de meeste kampcommandanten op te leiden. Volgens historische gegevens telde het land ongeveer 170 nevenkampen.
Het Nederlandse Dachau Comité wil degenen die daar of in een ander vernietigingskamp zijn omgekomen eren en ‘waarschuwen tegen het nationaalsocialisme en de dictatuur’, vooral in 2024. Burgemeester Tjapko Poppens van Amstelveen legde de eerste krans bij het monument in het Amsterdamse Bos, gelegen op Amstelveens grondgebied.
Velen volgden hem, onder wie schoolkinderen, van wie sommigen gedichten lazen. Ze waren bezorgd dat de ‘nooit meer’-boodschap over de massamoord op Joden vergeten lijkt te zijn in een tijd van toenemend antisemitisme. “Laten we opstaan voordat het te laat is” was een centrale boodschap.
Poppens luisterde onder meer naar de burgemeester van Leeuwarden, Sybrand van Haersma Buma, wiens grootvader werd vermoord in het Neuengamme-kamp in Noord-Duitsland. Voor de nabestaanden is het nog steeds oorlog, was zijn boodschap. “Dit monument waarschuwt ons vandaag voor het leed uit het verleden”, zei hij.
GESCHREVEN DOOR: JOHAN TH. BOS (AMSTELVEENBLOG) EN STEFAN J. BOS