Bijkomen na de code rood storm

  Het was al schemerdonker maar in de supermarkt is het druk. Iedereen is met elkaar aan het na-praten over de code-rood storm die over Nederland is heen geraasd. Kantelende vrachtauto's op de snelwegen en daken van huizen die de lucht in vlogen maar ook hele bomen die op stilstaande auto's neersabelden. De schade op de kade waar ik een boodschappenkar voorttrek is beperkt tot een paar dooie takken die hier en daar uit een rijtje bomen naar beneden vielen maar er is niets ernstigs gebeurd.

Als ik in de buurt van het kantoor van de firma van de aardige meneer uit India kom begint het plotseling gek hard te hagelen. Met een handgebaar nodigt meneer mij uit met hem samen onder de overkapping voor de deur van zijn grote zaak te schuilen. Hij als gewoonlijk wachtend op klanten die met dit weer wel niet zullen verschijnen. Hij heeft zijn medewerkers tenminste al naar huis laten gaan. Maar een echte zakenman let altijd op zijn mogelijke kansen. Je kan het nooit zeker weten.

Ik vouw mijn paraplu dicht en we hebben weer -als altijd als ik hem of iemand van zijn staf ontmoet- een goed gesprek. Ooit had hij mij verteld dat hij nooit vlees of vis eet. Dat gold voor zijn hele familie. Hij legt het uit.

"Als jongen woonde ik in India in de buurt van een meer," zei hij. "ik was de vorige dag lelijk gevallen en had mijn hand bezeerd. De volgende dag gingen mijn schoolvriend en ik naar het meer. We konden elk makkelijk een grote vis met onze handen vangen en die namen we trots mee naar huis. Toen ik de vis aan mijn moeder gaf was ze totaal niet blij..."

Hij wacht even. Ik zie dat de herinnering hem nog steeds raakt. Ze zei: "De vis heeft het niet gered. Hij leeft niet meer want je hebt hem pijn gedaan. Weet je nog dat je hand gister bloedde en pijn deed? Vissen kunnen ook pijn voelen..."

Misschien komt het door de hagel of door het after-storm gevoel maar ik voel me schuldig. Zijn opvatting lijkt me heel zuiver al zal het wel bij zijn cultuur horen. ik schud een paar afwijkende hagelkorrels af en haal diep adem.

"Misschien voelen vissen pijn wel heel anders dan wij en het is wel zielig maar in onze Christelijke cultuur leren wij dat Christus mensen ook van vis voorzag," reageer ik dan met de nodige twijfel. "Als ik niet af en toe zoiets eet krijg ik ook erg veel last van afbrokkelende nagels... Vitamine nemen helpt daar niet tegen... Ik eh... doe het niet zo vaak." Ik wil zijn cultuur niet in het minst afvallen en ik weet dat hij zelfs ook geen eieren het. Die eet ik juist wel veel.

Zijn aangeboren goede manieren bieden mij echter een uitweg. Na enig nadenken zegt hij: "De Schepper van Alles kan verschillende plannen voor ons hebben gemaakt. Als er niets anders is om te eten blijft er bijvoorbeeld ook weinig keuze om te kunnen overleven. En in de zee eten vissen elkaar ook op. Grote vissen eten de kleinere op... " Ik knik verheugd.

Er blijkt zelfs op dit donkere moment van de dag onverwacht toch nog een klant te verschijnen. De hagelbui is gelukkig plotseling gestopt. Voorzichtig loop ik over de ijzig gladde straatstenen terug naar mijn huis terwijl achter mij toch nog goede zaken worden gedaan.