EVEN ER TUSSENDOOR – De ring met het oog
Sommige dingen blijven. Ook al zijn ze er niet meer. Ze leven voort in je hoofd. En soms wil je terug naar de tijd waarin ze er nog wél waren.
Dat kun je hebben met een bepaald kledingstuk waar je zo blij van werd. Ik weet nog hoe ik zomaar bij een grote, maar heel goedkope modewinkel een prachtig mantelpakje van een Franse couturier vond. Later veranderde de mode, de roklengte werd anders, en ik droeg het niet meer. Ik weet niet meer waar het gebleven is.
Sommige mensen hebben datzelfde met muziek waar ze nooit genoeg van kregen. De tijd gaat verder, en ze luisteren er niet meer naar. Een vriend van me zei eens dat hij zijn cd’s wel moest opruimen, want hij draaide ze toch nooit meer — maar hij wilde het niet.
Zelf was ik nogal gehecht aan een koperen ring met een steen als een oog. Hij is weg. En ook aan een klein, schattig koffieapparaatje om voor jezelf alleen koffie te zetten, waar ik te ruw mee omging.
Beide zijn ooit uit mijn handen geraakt — niet zomaar, maar in van die momenten waarop iets in jezelf zegt: Tot hier en niet verder. Geen gezanik, geen gezeur. Klaar. Stop.
De ring verloor ik jaren geleden in Gouda. Tijdens een emotionele confrontatie heb ik hem zelf van mijn vinger laten glijden.
Het koffieapparaat kwam uit een Blokkerwinkel in Antwerpen, gekocht met een vrouw die ik bewonderde maar niet begreep. Jaren later, toen zij mij bleef overtuigen van haar gelijk, gooide ik uit pure machteloosheid dat zelfde kleine apparaatje op het aanrecht om. Alsof het er schuld aan had. Maar wat kon het er aan doen?
Er brak iets — zoals vriendschappen soms breken. Niet door haat, maar door verschil in opvatting ook al bleek het achteraf helemaal niet zo belangrijk. Alleen vonden wij dat toen wel en ben ik ook nu niet veranderd van gedachten. Ik mis het nu nog wel maar het zeefje heb ik bewaard en onlangs onverwacht teruggevonden.
Ik wil het niet wegdoen al heeft niemand er meer wat aan. Net als de herinnering aan die ring. De ring met oog. Het oog dat iets zag wat het niet gezien wilde hebben. En ik wéét het nog.
Beide horen bij de dingen die verdwijnen, maar niet echt weg zijn.
Het zijn van die dingen die voorbij gaan. En gelukkig komen er altijd weer nieuwe dingen voorbij waar je van gaat houden — al weet je dat ook zij, op hun tijd, weer verder van je weg zullen reizen.









