EVEN ER TUSSENDOOR — Snorren, sjaaltjes en stofzuigers👇
“Heb jij soms griep?” vroeg ik zogenaamd beledigd aan onze redacteur Elian Bron, vlak voordat ik de deur uitging om — genietend van deze onverwacht zonnige herfstdag — relaxed te kunnen winkelen.
Het maakte geen enkele indruk op hem toen ik vertelde hoe lang ik vergeefs op de site van het stofzuigermerk had gezocht naar uitleg over waar al die onderdelen precies zaten en hoe het werkte. Hij merkte droog op dat mijn nieuwe stofzuiger voor mij natuurlijk op een apparaat leek dat met hiërogliefen was beschilderd in plaats van voorzien van een aan/uitknop.
Ondertussen had ik er wél uren aan besteed. De Italiaanse vriendin had hem vorige week moeiteloos aangezet, maar ik? Ik zocht me suf. De knop bleek verstopt in een vaag zilver-op-rood rondje. Daar stond natuurlijk niets over op de site. Wél dat hij ‘zo krachtig als een beest’ tapijten te lijf ging. In ieder geval: het was gelukt. Opgelucht stapte ik de deur uit.
Het was druk in de stad. Ik botste bij het Kruidvat bijna tegen een man aan die met veel haast en een overvolle boodschappentas tegelijk met mij naar binnen wilde. Zonder me aan te kijken zei hij: “O… sorry.” Ik liep verder langs de schappen op zoek naar een bepaalde tube crème die voor de helft was afgeprijsd. Toen ik een blokje om sloeg, kwam ik hem opnieuw tegen. Hij droeg een gevoerd blauw spijkerjack. Ik moet bekennen: hij zag er niet slecht uit. Toch vond ik het vreemd dat hij in zichzelf leek te praten — geen oortjes te bekennen.
Bij de sieradenafdeling vond ik uiteindelijk mijn crème. Ik probeerde me te beheersen en niet méér te kopen dan nodig. Bij de kassa raakte ik nog even in gesprek met een verlegen, beleefde jongen van een jaar of achttien.
“Alleen vitamine C,” zei hij vriendelijk. “Maar als het niet bevalt, mag u het gewoon terugbrengen met de bon.” Wat een service.
Ik draaide me om en liep weg.
“Mevrouw, u vergeet nog wat,” riep hij vriendelijk. De tubes stonden nog op de toonbank.
Buiten kwam ik de man voor de derde keer tegen.
“Dat is de derde keer… Dan moet ik je trakteren,” riep hij.
Het klonk charmant, maar ik dacht meteen: 'Móet dat?'
Hij had een volle boodschappentas… en zo’n vierkante snor. Precies dat type.
Sommige vrouwen hebben een zwak voor snorren, maar ik niet. Ik houd ook niet van mannen in dure pakken die jagen en overhemden dragen met een nonchalant gestrikt sjaaltje. Met een pochette van hetzelfde materiaal in hun borstzak. Vooral niet als ze de baas van een reclamebureau zijn en met hun handen in hun zakken uitdagend naast hun bureau staan.
Dat zijn deftige jakhalzen.
Ze kunnen vreselijk aardig doen — maar ik weet beter.
“Toeval bestaat niet, zeggen ze. After all zijn sommige dagen niet bedoeld voor romances, maar gewoon alleen voor stofzuigers en vitamine C.